Geschiedenis van Cuba


bron: Wikipedia
In de Precolumbiaanse tijd werd Cuba bewoond door de Taíno en de Ciboney. Het eiland was vernoemd naar hun belangrijkste godheid, van de naam van deze godheid is ook het woord 'cubanacan' afgeleid, dit betekent 'centrale plaats'. In 1492 werd het eiland ontdekt door Christoffel Columbus. Diego Velázquez de Cuellar begon in 1511 met de verovering van Cuba en het land werd een Spaanse kolonie. Binnen honderd jaar waren de meeste indianen gestorven, waarna de Spanjaarden overgingen tot het importeren van slaven uit Afrika. In tegenstelling tot de rest van Spaans-Amerika wist Spanje Cuba tot aan het einde van de 19e eeuw te behouden. In 1898 werd het land na de Spaans-Amerikaanse Oorlog veroverd door de Verenigde Staten, die het land in 1902 formele onafhankelijkheid verleende. Cuba bleef echter tot 1934 een Amerikaans protectoraat en ook daarna behielden de Amerikanen een vinger in de pap, en grepen ze meerdere malen militair in. Nadat Fulgencio Batista in 1952 voor de tweede keer dictator van het land wordt, begint de revolutionair Fidel Castro een opstand. Deze mislukt en Castro moet vluchten. In 1956 keert hij met een kleine groep getrouwen terug. Dit keer is zijn opstand succesvoller, en op 1 januari 1959 weet Castro de macht over te nemen.

Castro ontpopte zich tot
communist waardoor zijn land in aanvaring kwam met de Verenigde Staten, die in 1960 een embargo instelde. Een jaar later vond de mislukte invasie in de Varkensbaai plaats, waarbij tegenstanders van Castro met Amerikaanse steun de regering uit het zadel probeerden te lichten. Cuba zocht hierop toenadering tot de Sovjet-Unie, wat in 1962 leidde tot de Cubacrisis, toen er Sovjet-raketten op Cuba geplaatst werden. Op het laatste moment bereikten de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten een akkoord, waardoor de Sovjetraketten van het eiland werden verwijderd. Als tegenprestatie moesten de Verenigde Staten hun atoomraketten uit Turkije verwijderen. Drie jaar later richtte Castro de Communistische Partij van Cuba (PCC) op, die de enig toegestane partij werd.

In april 1980 stond de Cubaanse regering burgers weer toe om met eigen transport het land te verlaten vanuit
Mariel. Binnen 72 uur waren 3.000 Amerikaanse boten op weg naar Cuba. Weldra werd duidelijk dat Castro de booteigenaren dwong om het uitschot uit zijn gevangenissen mee te nemen. "Zij passen zich niet aan de geest van onze revolutie aan. Wij willen hen niet! Wij hoeven hen niet!" aldus Castro. Een orkaan liet vele boten omslaan. De Amerikaanse kustwacht redde boten in nood en behandelde 125.000 vluchtelingen tussen april en mei. Velen van hen hadden een strafblad.[bron?]

Na de val van de Sovjet-Unie, Cuba's belangrijkste handelspartner, stortte de Cubaanse economie ineen, wat versterkt werd door het aanhoudende Amerikaanse embargo. In het begin van de 21e eeuw brak Cuba uit zijn relatieve isolement, toen het goede banden aanknoopte met de verschillende linkse regeringen in Latijns-Amerika, met name het Venezuela van Hugo Chávez.

Sinds 24 februari 2008 is de jongere broer van Fidel Castro, Raúl Castro de president van de republiek Cuba. Fidel Castro had problemen met zijn gezondheid waardoor hij zijn leiderschap niet kon voortzetten.